Voor het planten van rozen is de herfst de beste periode omdat de grond dan nog warm is. Rozen op kale wortel kan je planten van oktober tot begin april. Planten bij vorst is niet aan te raden. Rozen in pot kan je het hele jaar door planten. Als je niet meteen kan planten is het best om de rozen in te kuilen zodat de wortels niet kunnen uitdrogen.
Zet voor je gaat planten de rozen een uur of 2 in een emmer water. Verwijder beschadigde wortels. Lange wortels worden ingekort tot op 25 cm. Snoei ook de takken een stuk in. Maak daarna het plantgat. Maak dit groot genoeg zodat de wortels mooi rechtstaan en het oculatiepunt ongeveer 5 cm onder de grond zit. Meng de uitgehaalde grond met goed verteerde compost. Plant nu de roos, vul het plantgat op met de verbeterde grond, trap de grond lichtjes aan en geef goed water zodat de grond zich goed tussen de wortels zet. Vul dan verder aan tot 5 cm boven het oculatiepunt.
Wie een oude rozenstruik wil verplanten, moet zorgen voor een plantgat dat ruim genoeg is. Snoei de plant terug tot op 20 cm hoogte, steek met een schop rond de plant en zorg dat er een grote kluit grond aan blijft. Plant de roos uit in het nieuwe plantgat, trap lichtjes aan en geef voldoende water.
Bij klimrozen die langs een muur worden geleid, houdt u het plantgat ongeveer 50-60 cm van de muur verwijderd. De wortels moeten schuin van het huis wegstaan. De oculatie komt ook hier onder een laagje aarde van 5cm.